zondag 7 december 2008

Hoe ik Patti Smith niet om zeep hielp

Ik zit hier in een vreemde uithoek: het op twee na laatste pluchen stoeltje van het hoogste balkon. Het allersmalste stukje. Mijn armen steunen op de ijzeren stang vlak voor me. Ik kijk over de rand naar beneden. Daar, op het podium van de concertzaal, staat Patti Smith een fantastisch concert te geven.
Ik zie haar schuin van boven. Lange grijze haren die op een Cousin It-achtige wijze bijna haar hele lichaam bedekken. De drummer heeft trouwens een kale plek.
Ze is het concert een half uur te laat begonnen – althans, een half uur later dan aangekondigd. Dat gaf me ruimschoots de tijd om de zaal goed in me op te nemen. Een typisch staaltje Horta-architectuur. En voor wie dat niets zegt: de zaal heeft dezelfde vormen als de hal van het Brussels Centraal Station, dat er, niet geheel toevallig, pal naast ligt. Alsof je je binnenin een reuzenschildpad bevindt. Tegelijkertijd zijn er de elementen die deze zaal tot een theaterzaal maken: het grote orgel achteraan het podium, de harmonisch oplopende stoelenrijen, de lange, smalle balkons die tot hoog tegen de zijkanten staan opgestapeld en, niet te vergeten, de koninklijke loge achteraan in het midden: grote beige zetels, en het wapen van de Saksen-Coburgs er boven. Het is er leeg vanavond.
En dan is er dat rare lampje.
Het hangt boven het midden van het podium, ergens tussen de gebruikelijke batterij aan theaterlampen. Het valt van mijn plaats af gezien niet in te schatten hoe groot het is – maar veel meer dan een gemiddelde bureaulamp kan het niet zijn. Het detoneert volkomen met de grote, zwarte lampen er omheen. Het lampje is sierlijk, smal en licht van kleur. Misschien heeft iemand het er bij de bouw van de zaal tijdelijk opgehangen, in de veronderstelling dat het te zijner tijd wel vervangen zou worden. Maar dat is niet gebeurd.
Hoe ik dat lampje ontdekt heb? Op nog geen meter afstand van mijn stoel is een touwtje aan de ijzeren stang gewikkeld, dat recht naar het lampje loopt, een afstand van zo’n twintig meter overbruggend, dwars door de grote open ruimte van de zaal. Ik knijp mijn ogen samen en zie dat het touwtje door een katrol loopt, en dat het lampje eraan hangt te bungelen.
Het lampje hangt boven het midden van het podium en bungelt, voor zover ik het kan zien, aan een dun touwtje dat hier naast me met een warrige knoop aan een ijzeren stang is bevestigd.
En het hangt precies, maar dan ook precies, boven het hoofd van Patti Smith.

Ze is in vorm. Ze begint met een aantal van haar rustiger nummers, maar net als het concert wat dreigt af te glijden komt ze met de dubbele dosis Because The Night / People Have The Power. De vlam slaat in de pan. Zelfs op dit hoge balkon zijn de mensen opgestaan, en beneden voor het podium staan ze te dansen. Patti Smith is tijdloos. Leeftijdsloos. Een stem die alleen maar aan zeggingskracht lijkt te hebben gewonnen. Kijk hoe ze het publiek naar haar hand zet, daar midden op het podium.
Het lijkt haast wel alsof ze zingt alsof haar leven ervan afhangt...

Geen opmerkingen: